Inhoudelijke beschrijving:
Brief van Georges De Landsheer aan Francois De Landsheer vanuit Offenbach, Duitsland, op 19 augustus 1944. Aanhef: Beste Ouders Broer en Zus. Hij werkte onvrijwillig in dienst van de Duitsers. Hij werd gedwongen mee te helpen de V1-opstelling te realiseren. Deze werd afgeschoten van Noord-Frankrijk naar Engeland.
Transcritpie van de brief:
'Offenbach 16.8.44
M Francois De Landsheer
Dries 32
S’- Lievens Houthem. (O.Vl)
België
Absender: G De Landsheer.
Austrasse ecke Mainstrasse 121
Offenbach a|Main Deutschland
Van uw zoon Georges
Beste Ouders Broer en Zus,
Ik heb zooeven Uw Briefje ontvangen en ik ben er zeer tevreden van. Want ik begon heusch te denken dat Gij mij helemaal vergeten waart. Gij vraagt hoe ik het stel en ik ben blij te mogen zeggen, uitstekend. Onoodig er bij te vragenhoe tevréé ik ben van U hetzelfde te hooren. Om te beginnen moet ik tegen onze Jan zeggen, dat Uw nieuws mij ditmaal bevredigd. Schrijf in ’t vervolg maar brieven, newaarman; over een paar dagen laat ik er ook één volgen. Ik zie hier tot mijn vreugde dat de menschen bij ons nog geen tijd hebben om te treuren. Kermis en dan nog in de Diepestr. Nog iets dat wij mankeerden. Gelukkig , Broer, dat Gij onze naam hebt hooggehouden, met de gaankoers te winnen. Ik sta er nog met een éérste loop op mijn aktief. Gij schrijft dat wij er een serenade kregen. Moest het eens waar zijn dat er nog eene voor ons loopt want wij worden stekezot. In alle geval onzen beste dank aan al de kameraden die ons niet vergeten. Ik ben niet in de gelegenheid aan ieder van hen een kaartje te schrijven. Moet ik U zeggen hoe blij ik ben dat ook moeder en zus mij met een paar regels gedenkt en Gij Vader zet er de volgende maal ook maar wat krabbels op en maak U voor de rest geen zorgen, die komen wel van zelf in ’t leven. Ik zie hier van onze wildzang dat ze nu naar de leering gaat. Gij word nu al een groote meid; Gij Jette en ik verwacht stellig dat Gij Uw best doet. Moeder, Gij schrijft hier dat er eenpak weg is goed zoo, maar staak het maar voorlopig. Brood hebben wij ruim genoeg, die kaas zal te pas komen om te breeden. Houd U kloek he Moe, en vergeet niet. Maak U vooral geen zorgen. Jan waarom loopt Gij naar Hillegem, ga toch op uw gemak man in de misere geraakt gij toch. Daarmee ga ik sluiten want ik schrijf over een paar dagen vast en zeker een brief. In afwachten kussen en handdrukken.'