Inhoudelijke beschrijving:
Café 't Roosken: de handboogschutters "de Rooskes" aan het werk in het bijzaaltje van café "'t Roosken" in Scheldewindeke.
De handboog raakte bekend omwille van zijn doeltreffendheid, gedemonstreerd door de kunde van Engelse longbowschutters tijdens de oorlogvoering in de 14de eeuw. Het belang van de boog als wapen nam af met de komst van het vuurwapen.
Sindsdien ontwikkelde het boogschieten zich als een recreatiesport. Tot in de 19e eeuw schoot men enkel op staande wip. Doordat verstokte schutters bij alle weersomstandigheden hun sport wilden beoefenen, werd de kop van de wip op een horizontaal staketsel geplaatst. Zo konden ze ook binnenshuis de boog spannen. De ontwikkeling van het liggende wipschieten naast het staande wipschieten zette zich door vanaf de 19de eeuw.
Handboogschieten op de liggende wip is een sport waarbij zowel de lichaamsbeheersing als het geestelijk vermogen op de proef worden gesteld. De schutterssport ontwikkelt het concentratievermogen in harmonie met de geleerde techniek. De wip is een (horizontale) metalen constructie met een reeks pinnen waarop de vogels worden vastgezet: één hoofdvogel, twee zijvogels (of kallen) en dertig kleine vogels. Vogels zijn plastieken blokjes met een diameter van 11 à 17 mm, waaraan kleurige pluimen bevestigd zijn. Voor de wedstrijd wordt aan elke vogel een bepaalde waarde toegekend. De schutters nemen om beurt plaats op zeventien meter (voor miniemen twaalf meter) van de wip en proberen door het afschieten van de vogels zoveel mogelijk punten te behalen.