Uit Goeie Grond: ontdek het tuinbouwverleden!
In het begin van de 19e eeuw zijn plantenliefhebbers vooral verzamelaars. Oranjerieën vullen met een bonte verzameling exotische planten verleent status. Sommige verzamelaars stellen hun planten tentoon, zoals in 1809, aan de Gentse Coupure, waar de tentoonstelling in café Frascati de kiem legt voor de befaamde Gentse Floraliën.
Een aantal pioniers zorgen verder voor de uitbouw van de tuinbouw en sierteelt rond het Gentse. Louis Van Houtte richt in 1849 de Tuinbouwschool op en levert zo een nieuwe generatie tuinbouwers. Adolf Papeleu start in Wetteren in1847 met een boomkwekerij en creëert zo een nieuwe bedrijfstak in de regio rond Wetteren. Nog wat later start Charles Vuylsteke in kasteel Rozelaar, Lochristi, een tuinbouwbedrijf waar hij experimenteert met nieuwe kruisingen en variëteiten. In Sint-Lievens-Houtem introduceert Jan De Pauw de witloofteelt rond 1909 en brengt zijn kennis van deze onbekende groente van het Brusselse naar Oost-Vlaanderen. Deze pioniers begeesteren en inspireren anderen om ook hun eigen tuinbouwbedrijven op te starten. Oost-Vlaanderen groeit uit tot dé tuinbouw- en sierteeltregio bij uitstek.
Erfgoedcel Viersprong brengt dit verleden terug tot leven. In Destelbergen, Lochristi, Melle, Merelbeke, Oosterzele en Sint-Lievens-Houtem kan je het tuinbouwverleden herontdekken via een interactief audiopunt. Fiets- en wandellussen laten je kennis maken met dit boeiend verleden én met de sierteelt en tuinbouw van vandaag.