MELLE.- LE MOULIN A EAU
Metadata
Zwart wit postkaart
De watermolen te Melle in 1908.
"au meunier sans souci".
Deze watermolen op de Molenbeek of Gondebeek, bij de monding in de Schelde, bestond al in de 13de eeuw.
In 1642 kwam Jacques van Laerebeke, koopman te Gent, opdagen. Hij had op 12 april 1639 octrooi verkregen van de Spaanse koning om in Gent en omgeving - met uitsluiting van alle anderen - zes koperslagerijen (voor koper en messing of geelkoper) op te richten. Eén ervan was de Watermolen van Melle. Het koper werd voor militaire doeleinden, vooral voor de aanmaak van kanonnen. De tijden waren ernaar. De Spaanse Nederlanden hadden vooral in 1643-'47 zwaar te lijden onder Franse en Hollandse invallen. In 1643 was Gent ternauwernood ontsnapt aan een inname door de troepen van de Verenigde Provinciën. Overigens blijkt het militair gebruik ook uit de figuur van Jacques van Laerebeke.
Opeenvolgende eigenaars sinds 1821
- 1821: Bernard D'Hondt
- 1834, eigenaar: Verstraeten Karel, molenaar te Gontrode
- later, eigenaar: De Meyer Urbain en consoorten, landbouwer te Wetteren
- 20.04.1881, verkoop: De Meyer-De Clercq Urbain, landbouwer te Wetteren (notaris Verstraeten)
- 05.09.1888, verkoop: De Clercq Hyppolyte, handelaar te Aalst (notaris Verstraeten)
- 24.09.1899, erfenis: De Clercq Albine, handelaarster te Aalst (overlijden van Hyppolite De Clercq).
De molenaarsknecht verongelukte toen zijn paard op de "Brusselschen Steenweg" verschrikte en op hol sloeg. De knecht viel neer en één van de wielen reed over hem. Hij werd erg verminkt en overleed enkele uren later.
In 1892 werd een stoommachine toegevoegd, maar er werd ook nog op waterkracht gemalen. De aanleg van de nieuwe spoorlijn Brussel-Oostende in 1904 betekende het einde: de waterhuishouding was definitef verstoord. Na een gedeeltelijke sloop in 1904, volgde in 1911 de gehele afbraak.
Bron: molenecho's.be
- Watermolen