Inhoudelijke beschrijving:
De respondent (man, geboren in 1909) die hier aan het woord komt, heeft een niet alledaags beroep. Hij is pijlenmaker en het is dan ook een mogelijke troef van deze opname. Jammer genoeg is hij niet echt loslippig en in de lange passage waarin hij meer vertelt over zijn ambacht, draait hij dan ook meer rond de pot dan dat hij effectief het productieproces beschrijft.
Verder is er nog wat info over de wereldoorlogen, maar beperkt.
De geluidskwaliteit is zeer goed, de man spreekt duidelijk.
Inhoud
0.10
De respondent vertelt iets meer over zichzelf en zijn gezin.
1.00
De eerste wereldoorlog: vage herinneringen, want hij was nog te jong om het allemaal te begrijpen.
2.25
De tweede wereldoorlog: hij werd gemobiliseerd. Hij zat negen maanden krijgsgevangen te Duitsland. In 1941 was hij terug thuis.
3.15
De respondent vertelt dat tijdens de oorlog het station van Merelbeke gebombardeerd werd. Te Melle is een brouwerij gebombardeerd
4.10
Er is niet veel veranderd in het dorp. Maar aan de andere kant van de ijzeren weg is dat wel het geval.
6.06
Te Melle is er een standbeeld opgericht voor de gevallenen in de slag van Kwatrecht (eerste wereldoorlog)
9.45
Over de eerste dagen van WO II
10.10
Tijdens de slag bij Kwatrecht zijn veel Duitsers gevallen. Het was een harde strijd, man tegen man.
13.10
De eerste wereldoorlog: krijgsgevangen genomen Russen worden verplicht om matten te maten bestemd voor het front. Ze krijgen weinig voedsel. De kinderen stoppen hen wat te eten toe door de omheining
14.30
De kerk te Melle
15.00
Hij zingt bij het kerkkoor en heeft ook nog muziek gespeeld
19.40
De man is pijlenmaker: dit is een ambacht dat overgedragen wordt van generatie op generatie. De respondent heeft dan ook slechts mondjesmaat informatie over zijn beroep.
34.35
Hij verhaalt hoe hij naar een schutterswedstrijd ging bij regenweer en hoe hij zijn arm bezeerde toen hij van de duozit van de motorfiets donderde die hem terugreed naar huis. Het betekende het einde van zijn schuttersactiviteiten
38.40
De respondent noemt de verschillende disciplines bij het boogschieten en de onderdelen van de wip
39.55
Er is een tanende interesse voor het boogschieten. Vroeger telde Melle vele schutters die op tal van plekken hun sport konden beoefenen.
43.30
De meeste pijlen verkoopt hij aan ‘doorverkopers’ die de koopwaar aan de man brengen op schutterstornooien. In Wallonië nummert men de pijlen soms en verbindt men er een soort tombola aan
45.35
Vroeger eindigde het schuttersseizoen in oktober. Sinds de komst van de liggende wip en de overdekte schietbanen, kan men het hele jaar door boogschieten.
46.25
Op de schietbaan vind je ook pijlenrapers. Dit zijn jonge snaken die de pijlen moeten verzamelen. Om zich te beschermen tegen vallende pijlen, dragen ze een speciale hoed
47.00
De respondent vertelt hoe tijdens een tornooi te Merelbeke de politiecommissaris een pijl door de kepie kreeg
Verzameling dialectbanden van de sectie Nederlandse Taalkunde (Universiteit Gent). Volledige verzameling op www.dialectloket.be.