Dialectfragment, het boerenleven en de oorlogsjaren 14- 18, Letterhoutem, 1965.
- Dialectfragment, het boerenleven en de oorlogsjaren 14- 18, Letterhoutem, 1965.
Locatie
Metadata
Algemene inhoud:
Informante heeft het vooral over de diverse boerenactiviteiten die ze aanvankelijk met haar broer en nadien met haar man uitoefende. Van bloemenkwekerij tot witloofteelt. In de rand vertelt ze ook anekdotes over het leven tijdens de eerste wereldoorlog.
Samenvatting:
00.00
Informante herinnert zich levendig het afbranden van de kerk van Letterhoutem en de toenmalige pastoor maar weet niet exact meer wanneer het gebeurde. De brandweer van Zottegem bluste de brand. De bouw van de nieuwe kerk duurde 2 à 3 jaar. Intussen werden de kerkdiensten gehouden in het kleine kerkje aan het klooster. Overledenen werden begraven op het kerkhof van het klooster. Informante was toen vooraan in de twintig. Ze huwde op haar 27ste.
04.00
Informante vertelt even over een blijkbaar bekende oudere dorpsgenote, de schoonmoeder van de toenmalige burgemeester. Informante woonde en hielp vanaf haar 18de gedurende enkele jaren bij haar zuster, die 8 kinderen had, het huishouden runnen. Nadien woonde en werkte ze 9 maanden bij notaris Verbruggen. Ze was er bovenmeid, verantwoordelijk voor de netheid van de kamers op de bovenverdiepingen. Tevens zorgde ze voor het zoontje, Charles, van de notaris met wie ze, na al die jaren, nog steeds contact heeft.
08.20
Begin de jaren 30 begon informante samen met haar broer, Georges, bloemen te kweken. Later kweekten ze ook groenten (tomaten, meloenen...) en tabaksplanten in serres. Toen informante huwde met Staf kocht ze met hem nieuwe serres in Merelbeke waarvan ze er twee overlieten aan haar broer toen die op zijn beurt trouwde. Tijdens de 2de oorlog liepen de zaken heel goed. Grote vraag naar zowel bloemen als groenten.
11.30
De man van informante werkte, zoals zovelen, van zijn 17de tot zijn 40ste als seizoenarbeider (periodes van 3, 6 en soms 9 maanden) in Frankrijk. Toen informante ziek werd is hij definitief thuis gebleven. Een boerderijtje werd opgestart en wat later de bloemenkwekerij.
12.40
Informante was eveneens jaren, thuis, bedrijvig als kantwerkster. Haar 'producten' verkocht ze aan een handelaar in Zottegem. En met de eieren en de boter van hun boerderijtje trokken ze met paard en kar naar de markt in Aalst. Informante kende de ouders van interviewer heel goed. Ook zij boerden en verkochten eieren en boter.
15.50
Informante heeft twee levensvriendinnen. Van kleinsaf aan waren ze steevast samen en ook tot vandaag (alle drie zijn ze een eind in de zeventig) hebben ze nog een hechte vriendschap. Toen ze jong waren gingen ze op zondag samen dansen in een 'staminet' annex danszaal met accordeonspelers. Die tijd waren er enorm veel cafés in het dorp. Wanneer de seizoenarbeiders van een campagne uit Frankrijk terugkeerden werd er dagen gedronken.
18.55
Haar man en zijn tweelingbroer ontsnapten aan de legerdienst (eerste wereldoorlog) na loting. Of een jonge man al dan niet soldaat werd hing af van het lot dat hij uit een trommel moest nemen. Vrijgestelden dronken zich lazarus. Er waren toen regelmatig zware vechtpartijen met messen en rieken. Ooit viel een dode bij een steekpartij.
21.30
De man van informante werd in de 1ste WO op een dag opgeëist door het Duitse leger als arbeider. Hij en nog enkele anderen vluchtten en konden ternauwernood ontsnappen. De Duitsers hadden wel vooraf hun paspoorten afgenomen. informante kon via een champetter in Aalst een nieuw paspoort versieren voor haar echtgenoot. Mede doordat hij dan zijn schoonbroer assisteerde bij het maken van kloppers voor de Duitse bezetters werd hij niet meer lastig gevallen.
28.10
Net als velen smokkelde informante ook tijdens de oorlog, o.a. met geslachte runderen van hun boerderij. Ze hielp ook andere boeren om hun beesten voor de bezetter te verbergen. Informante herinnert zich dat een jonge smokkelaar door de Duitsers werd dood geschoten. Het huis van informante werd een tijd gebruikt als nachtverblijf voor heel wat Duitse soldaten. In elke kamer sliepen Duitsers.
31.25
Informante had met haar man een schuilkelder gemaakt. Tevens verborgen ze smokkelwaar bij gevaar in gegraven putten. Op een keer verborg ze een schaaplam in haar slaapkamer voor de bezetter.
34.30
Met haar man waren ze bij de eersten, kort na de 1ste WO, om witloof te kweken. Staf, haar man, leerde van een dorpsgenoot een nieuw witloofkweekprocedé aan die deze had ontdekt in Amerika. Informante legt uit wat dit procedé inhield. De kern van de techniek was het verwarmen met lange buizen onder de grond. De beste prijs die ze kregen van opkopers was 25 centiemen per kilo. In mindere tijden was dat slechts een halve kluit (5 centiemen). De opkopers trokken met het witloof naar de markten o.a. die van Gent.
39.00
In 1956 toen Staf 70 werd en zijn eerste zelfstandige pensioen kon trekken hebben ze hun bedrijvigheid stopgezet.
39.55
Informante vertelt nog even over hun bloemenkwekerij en daarnaast ook de tabak-, planten-groenten- en boompjeskweek. Gezien ze weinig of geen concurrenten hadden verkochten ze in eigen maar ook in naburige gemeenten. Zo leverden ze alle bloemen voor het kerkhof van Vlierzele. De kwekerij was arbeidsintensief. Met het trouwen van de kinderen bouwden ze hun activiteiten af. Een zoon heeft al 15 jaar een zeer grote bloemenkwekerij in Argentinië. In die periode is hij met zijn familie 3 keren naar België zijn ouders komen bezoeken. De bootreis duurt zo'n 20 dagen.
Verzameling dialectbanden van de sectie Nederlandse Taalkunde (Universiteit Gent). Volledige verzameling op www.dialectloket.be.
MP3 bestand