Dialectfragment, bakken en bakkersbedrijf, Gijzenzele, 1966.
- Dialectfragment, bakken en bakkersbedrijf, Gijzenzele, 1966.
Locatie
Metadata
Beroep: bakker
Bakker Van de Vijver heeft het de hele tijd over de “bakkerstiel”. Zijn ouders hadden een bakkerij (geen winkel, enkel broodronde) en van kindsaf was hij erbij betrokken. Hij vertelt honderduit over welke soorten brood hij maakt(e), hoe en met welke ingrediënten, over zijn broodronde: het dagelijks bezorgen van brood aan huis bij de particulier. Hij legt gedetailleerd uit hoe een bakoven (vroeger houten ovens en vervolgens ovens met metalen vieringen) in elkaar steekt en werkt. Ondanks hij tegen zijn goesting bakker werd praat hij er toch honderuit over. De respondent is niet altijd even helder verstaanbaar. Het gesprek wordt op het eind nogal plots afgebroken. Het lijkt wel of Van de Vijver nog helemaal niet uitgepraat was.
00.00 Bakker tegen zijn “goesting”
De respondent wou beroepsmilitair worden. Gezien ziekte van zijn broer, die de bakkerij van de ouders aanvankelijk zou overnemen, werd hij onder druk van zijn ouders alsnog bakker. Hij startte zijn bakkersleven in 1933.
01.05 Bakkersziekte
Vanaf het begin sukkelt hij met “eczeem” , een typische huidaandoening voor bakkers veroorzaakt door het dagelijks werken met meel, maar hij zet door en voelt zich niet meteen geroepen om alsnog om een ander beroep uit te oefenen.
01.30 Geen opvolging voor de zaak
Van de Vijver heeft twee zoons maar geen van beiden heeft interesse om bakker te worden. Daardoor kon de respondent de uitbreidingingsplannen die hij tijdelijk voor de zaak koesterde niet realiseren.
02.25 School
De respondent liep naar school in Gent en Edingen (Enghien). Hij leerde in Edingen vlot frans spreken en schrijven. Hij realiseerde zich dat je als tweetalige meer kans maakte om beroepsmilitair te worden in die tijd en zijn hoop om beroepsmilitair te worden nam toe. Zijn ouders en ziekte van zijn broer beslisten er echter anders over
03.20 Kindertijd
Als kind moest de respondent, onmiddellijk na schooltijd, zijn vader helpen om brood aan huis te leveren. Eerst gebeurde dat met een hondenkar , later kwam de paardenkar. Zijn vader kocht vervolgens zijn eerste auto in 1928. De respondent klaagt erover dat hij als kind, net als zijn broers en zussen, weinig mocht spelen en steeds zijn vader moest helpen met de broodronde en de bakkerij in het algemeen. Hij heeft duidelijk geen plezante kindertijd gekend.
05.25 De multifunctionele paardenkar
De paardenkar diende niet enkel om brood te vervoeren. Ze werd in het weekend ook regelmatig ingezet om “trouwers” te vervoeren van de kerk naar de feestzaal. Het gebeurde ook al eens dat er zieken uit de gemeente naar het hospitaal in de stad werden gebracht met de kar.
07.55 Het gareel en de kar
Het grote gareel om het paard in te spannen en herstellingen aan de kar gebeurden bij een smid in Wetteren. Het grote gareel werd uit hout vervaardigd en later fantasierijk met leder bewerkt om wat indruk te maken langs te straat en op de klanten. De respondent legt gedetailleerd uit wat een goede paardenkar was en de rol van het gareel om het paard te sturen. Als het paard ziek was leenden ze een paard bij een bevriende boer tot het eigen paard opnieuw kon ingezet worden
10.30 Soorten brood
Ten tijde van zijn ouders werden er 4 soorten gebakken: een groot en klein wit en een groot en klein grof (bruin) brood. Nu maakt de respondent Van de Vijver 7 soorten. Verschillende smaken en samenstellingen. Zo was het genaamde Expo-brood zeer populair (zie verder).
11.35 Broodronde
Van de Vijver ziet de toekomst somber in. Hij levert nog in 283 huizen in Gijzenzele en omgeving , maar dat is een stuk minder dan vroeger. In de naburige gemeenten zijn er bakkerijen bijgekomen met winkel (geen broodronde). De mensen gaan meer en meer zelf hun brood afhalen in een winkel dan het aan huis te laten leveren. De winkels worden algemeen grote concurrenten voor de bakkers die enkel een broodronde hebben. Hij verliest ook meer en meer tijd op zijn ronde – en er is zoveel werk in de bakkerij te doen - omdat de huizen nu, bij wet, minstens 12 meter van de rijweg gebouwd worden. Vroeger stonden de huizen aan de straatkant en kon hij quasi vanaf de kar brood leveren. De responent is nog steeds even lang op ronde als voorheen (van 10.00u tot 18.00) maar verkoopt minder en voor thuisbezorging mag ook niets extra aangerekend worden. De broodprijzen liggen bij wet vast. Hij vreest dat de broodronde op korte termijn zal verdwijnen.
15.05 Lekkernijen
Zijn vader maakte destijds in het weekend mastellen en boterkoeken. Confituurtaarten waren de eerste taarten die vader ooit bakte, dit ter gelegenheid van een kermis. Nu willen de mensen meer keuze hebben wat betreft lekkernijen klaagt onze respondent. Zeer frequent in het interview hoor je wel degelijk dat Van de Vijver met weinig zin bakker is geworden.
17.10 De houten oven
Vroeger werd het brood in een in hout geconstrueerde oven gebakken. De respondent geeft hierover uitvoerig uitleg. Eind 1966 wordt de houten oven bij wet verboden wegens gezondheidsredenen (jammer genoeg komen we hier niet meer over te weten). Ook de meeste boeren hadden een houten oven, weliswaar een klein model, trog genaamd, en bakten hun brood zelf.
20.25 Oven met metalen vieringen
De oven met metalen bakplaten had in 1966 al enige jaren grotendeels de houten bakoven vervangen. Die oven werd opgewarmd met cokes. Steenkool die met speciale warmtebehandeling tot een zuivere brandstof werd gemaakt. De respondent heeft het uitgebreid over de constructie en de werking van de metalen oven die een maximale capaciteit had voor 120 broden. Later werd als brandstof voor de oven overgeschakeld van cokes naar mazout. Ook heeft hij het opnieuw uitgebreid over de houten ovens van de boeren.
Verzameling dialectbanden van de sectie Nederlandse Taalkunde (Universiteit Gent). Volledige verzameling op www.dialectloket.be.
MP3 bestand