Dialectfragment, landbouw, Melsen, 1964.
- Dialectfragment, landbouw, Melsen, 1964.
Locatie
Metadata
Algemene info
De respondent overloopt een groot deel (quasi volledig chronologisch) van zijn leven. Een leven van hard werken, zowel in België als in Frankrijk en zelfs een kortstondig avontuur in Zuid-Amerika. Hij was vooral actief in de wereld van de steenbakkerijen, maar werkte ook in suikerfabrieken en op ’t land (vooral tijdens WO I). De respondent is een zeer gedreven spreker en gaat als een wervelwind door zijn ‘ carrière’.
Inhoud
00.00 Kinderjaren en geld verdienen in Frankrijk
In 1908 – de respondent was toen 6 jaar – bracht hij ’s middags eten naar zijn vader die in de steenbakkerij werkte. Van april tot september werkte zijn vader in de steenbakkerij. Vervolgens tot half december in de suikerfabriek. Tijdens de winter, als het niet vroor, bewerkte z’n vader het stukje land dat hij bezat. Als 10-jarige begon de respondent z’n vader hierbij te helpen. 1914-18: Oorlogsjaren – samen met vader op ’t land van boeren in de regio werken. 1919: Wegens gebrek aan werk in eigen regio trok de inmiddels 18-jarige respondent met zijn vader voor 17 weken (zomerperiode) naar een klein dorpje bij St-Omer (Noord-Frankrijk). Daar van 4 ’s morgens tot 8 uur ’s avonds werken in de steenbakkerij. Na enkele weken terug thuis, werkloos, trok de respondent vervolgens naar koolputten in Frankrijk (Aire-sur-la-Lys). Daar werd goed geld verdiend. Tijdens de winter was het thuis een beetje boeren: enkele beesten ( een koe en twee varkens) en wat op ’t land werken.
1920: In februari terug naar Frankrijk (Ecques, niet ver van Aire-sur-la-Leys). Zijn baas had toen al 5 van zijn 6 zoons verloren in de oorlog en zijn vrouw overleed van ’t verdriet.
1921: Een heel jaar kunnen werken dankzij het goede weer: deels in Frankrijk, deels thuis in eigen regio: in de suikerfabriek ( schepen met suikerbieten laden en lossen) en in de steenbakkerij.
1922: Terug naar Frankrijk (Annies). Werken in een grote blazerij (?).
1923: De respondent werd opgeroepen. Soldaat in Brugge. Na 4 maanden werd hij naar een dorp dichtbij Dusseldorf gestuurd. “Achteraf bekeken mijn schoonste tijd van mijn leven” aldus de respondent.
1924: Terug naar Frankrijk. Maar de stenen werden al deels met machines gemaakt. Daarop trok de respondent naar een steenbakkerij ( ’t Scheut genaamd) in Anderlecht. Hij werkte er 2 jaar maar tussendoor deed hij verder (seizoen)klussen in Frankrijk.
1926-27-28: Deze 3 jaar werkte hij in een steenbakkerij in Woluwe- Saint-Lambert. 3 jaar hard werken, maar veel geld verdienen.
14.30 Vanaf 1929: Zelfstandig steenbakker
1929: De respondent besliste, gezien z’n ervaring en z’n gevulde spaarpot, zelfstandig steenbakker te worden. Hij kreeg daarbij hulp van zijn ouders die hem de nodige grond ter beschikking stelden. De respondent vertelt dan uitgebreid en gedetailleerd hoe het proces van ‘stenen maken’ verliep. De zaak startte het eerste jaar heel vlot op. Duizenden stenen werden via schepen (in Merelbeke) vervoerd naar klanten. Later zou vervoer via grote vrachtwagens gebeuren (goedkoper).
1930-33: Vanaf het 2de jaar begon de verkoop al steeds maar te minderen.
1933: De respondent liet zijn zaak op laag pitje draaien en trok als ploegbaas terug naar vroegere werkgever van een suikerfabriek in Frankrijk. Het grootste deel van zijn voorraad stenen (10 schepen) verkocht hij aan de grote steenbakkerij in Boom.
1937: De respondent en zijn vrouw werkten vooral in Frankrijk want het steenbakken zat thuis op “zijn gat”.
1938-1939: Ze maakten nog een oven stenen, de stenen raakten niet verkocht en bedrijf sloot.
1940-1945: Werken in Frankrijk
1945-1949: De respondent startte zijn steenbakkerij terug op, want door de oorlog waren heel wat huizen zwaar beschadigd, dus veel stenen nodig. Tussendoor trok hij steeds terug naar Frankrijk. Maar door deze jaren heen werd het moeilijker om personeel te krijgen voor zijn eigen bedrijf. Velen gingen naar de fabrieken (nieuwe industrieën) in Gent en omstreken werken.
28.30.00 Avontuur in Zuid-Amerika
Eind 1949- begin 1950: de respondent werkte terug in Frankrijk. Hij kreeg er een aanbod van zijn baas voor een opdracht met 14 man in Uruguay (Zuid-Amerika): opstarten van een suikerfabriek. Samen met zijn vrouw vertrok de respondent in januari 1950 vanuit Frankrijk met een schip voor een lange en avontuurlijke zeereis naar Zuid-Amerika. De respondent doet een gedetailleerd verslag (met heel wat grappige anekdotes) van deze wonderlijke reis met o.a. stopplaatsen in Lissabon (goedkope cognac)… de Canarische eilanden …Rio de Janeiro (“ mooiste stad ooit gezien” maar veel misere in de buitenwijken) en uiteindelijk Montevideo (Uruguay) … 300 km verder lag hun opdracht Maar de suikerfabriek was er nog maar deels gebouwd en de eerste lading bieten kwam er al aan. Bovendien waren problemen met de kwaliteit van die bieten. Na 9 weken zat de job er al op. De eigenaar van de suikerfabriek, een minister in Uruguay, was tevens eigenaar van een steenbakkerij en de respondent kreeg een aanbod om daar te werken. Maar de taal (Spaans) was een probleem, zijn vrouw wou terug en de respondent vond de plaatselijke bevolking goede maar luie mensen. Zo eindigde het avontuur in Uruguay.
Verzameling dialectbanden van de sectie Nederlandse Taalkunde (Universiteit Gent). Volledige verzameling op www.dialectloket.be.
MP3 bestand